heldinnen van weleer

De huizen zijn te hoog

of de daken zijn te laag

als ik spring

land ik steeds

met mijn bek

op de muur

De huizen zijn te hoog

of de daken zijn te laag

als ik spring

land ik steeds

met mijn bek

op de muur

Ik hoor stemmen

Stemmen in mijn hoofd

Mijn arme hoofd

Ik ben malende

Ik draai door

Ik hoor stemmen

Stemmen in mijn hoofd

Mijn arme hoofd

Excuseer,

mag ik u

anaal

perverteren

en zo ja,

tot waar

mag ik u

vernaggelen?

Prrrt

twrrt

krrrt,

wrrrt

trrrt,

tiet

twiet,

tuut

Barst

alweer

drie

pam-

piertjes

ver-

neukt.

Geen

slecht

voorbeeld

van

Christelijke

terreur;

dreig-

brieven

en

een

kruis

voor

de

deur.

Hij was

zonder bewegingen

gebleven en

bezoedelde haar

menselijkheid

met haar en

zijn eigen

bloed,

ze vroeg

ze bedelde en

ze gilde om

de genade

die haar

onder een

constante

bedreiging

nog even

niet

gegeven

werd.

Waarom

was het haar

niet vergund

Ze had er

vast niet voor

gekozen

Besmeurd

en

misbruikt

bleef ze

achter.

Een jeugdige herinnering

aan het water van

de zee.

Spanje,

het strand is heet.

Ik zou nog

met je trouwen.

Kabbel, kabbel,

wiebbel, wabbel.

Ik drink

ik eet

thee uit een

schaal

soep uit een

vaas.

Ze deed het

met veel geweld

had waarschijnlijk

mijn arme voorhuidje

tot ver achter mijn

oren willen trekken

Thuisgekomen

bekeek ik zwaar geschokt

mijn verneukte dingetje

Het resultaat

mocht er toch wezen

klopte vuurrood en

flink opgezwollen

Ik dacht, nee maar,

een heuse sex-blessure

Ik dacht, nou moe,

een gekneusd slurfje.

Vandaag drie keer

de ware ontmoet

vandaag drie keer

goede hoop gehad

vandaag drie keer

op mijn bek gegaan

vandaag drie keer

proberen te vergeten

vandaag drie keer

de ware ontmoet

je kunt beter

je rug

dan je hoofd

breken

Het is

heerlijk

weer

de

wolken

zijn

rosa

en

ik

schrijf

proza

Ik stond

voor een stoplicht

met achter mij

twee meisjes

van een jaar of

vijftien,

Het ene

meisje botste

met haar voorwiel

tegen mijn

achterwiel,

Dat scheen ze

leuk te vinden

want ze deed

het nog eens

en nog eens,

Verbolgen

en enigszins

verwonderd

keek ik

om,

Het stoten

hield gelukkig

op en

ik mocht weer

voor me uit

kijken

Al fietsende

hoorde ik een

meisjesstem

net iets te luid

zeggen:

“God,

wat is die lelijk!”

Jantje,

in zijn ontluikende jaren,

beklimt de donkere

zoldertrap,

roept:

“Ik zie geen flikker!”

vader, beneden,

schreeuwt:

“Dat klopt, jongen,

die zijn der hier ook niet!”

schrikt even en zegt dan:

“Alleen je moeder,

dat is een pot.”

Balen,

tegen

beter

weten

in

geen

twijfel

mogelijk

als

ze komen

maak dan

je worst

maar

nat…

Boer plaagt vark’n,

Vark’n zegt:

“Gij bent een stomme boer!”

“Nee, gij,”

zegt dien boer:

“Gij bent een stom vark’n”

‘k Zei

tegen dat meiske:

“ja maar,

ik zie het al

gij zijt geplaagd

van de ellende,

kom ’s hier,

dat ik uw

voeten

was.”

Duitse

rechter

verklaart

verstandelijk

gehandicapten

dat ze niet meer

gewoon

buiten

mogen spelen

want de buren

hebben er

last van

en zo hoort

het ook

laten we

iedereen die

herrie maakt

maar meteen

opsluiten….

Ze verplaatsen je aars

zoals het uitkomt,

en als je buiten komt,

land je weer in de goot,

of je huurt een piepklein

huisje voor f. 300,-

in de maand

nog wel

want wie

wordt daar nou

beter van, natuurlijk

wel meteen weed

in de tuin

ben je

het verliezen

nu al moe,

een “Chick”

houd het niet

in de regen.

Bof jij weer,

je krijgt

onze beste

cel.

Een tip voor

mensen met mijn

gevoelige natuur;

zolang je nog

niet aan de dope

zit (oa psylo’s)

gaat het nog

alleeen

HET HELPT NIET!

Je gaf me je armen

keek me ondeugend aan

ik kwam klaar

en kon weer gaan

je gaf me je armen

keek me ondeugend aan

ik kwam klaar

en kon weer gaan.

Ze zegt dat ik een mooi kontje heb;

de trut,

ik zeg toch ook niets

over haar kont?

Dat is

het gelul van

een goedgeschoren

CDA sukkel,

een klap van

de rechtervleugel,

het ongewenst

geluid van

een stuk

christelijk

onbenul.

Ritsel, ritsel

alweer

geen schnitzel

Zo

heb ik het

graag

Ja,

nou en hoe,

knallende herrie

Wauw,

doorgaan en

beuken met

die hap

Sex,

geweld en

gitaren

Ja, nou

en hoe!

Ik stel mezelf de vraag

sta nu weer voor de keuze

bevend als een maagd

overmand door mijn lust

verteerd door een

brandende

liefde.

Vroeger,

ja, vroeger

was dat wel anders

ja, dat was het

En nu,

nu is het

terug naar af

Ja, weet ik veel

Vroeger,

ja, vroeger

was dat wel anders

ja, dat was het

En nu,

nu is het

terug naar af

En wat dan nog?

Zij wilden alles

wisten van niets en

dankten hun God

voor deze lieve

zieltjes.

Laat mij mezelf verklaren,

wat eens was is nu niet meer,

gun mij maar mijn droompje,

ik heb niets kwaads in zin,

beschouw dit veredelde streven

als een mogelijke attentie,

het is louter tastbaarheid

voor de minder bedeelden

die er nog zovelen zijn

laat mij mezelf verklaren,

wat eens was is nu niet meer,

alleen zo wil ik je noemen,

puttend uit een rijk verleden.

O mijn heldin,

mijn heldin van welleer

jouw blanke voetjes

betreden nauwelijks

het bedauwde gras,

steeds zo maagdelijk

groen als in de lente,

de zomerregen

die, mij bijstaand,

troostend,

neerdruppeld,

trek ik je mee,

laten we harder lopen,

voel het sprankelen

van deze natuur,

van binnen zo

stil en

van buiten

zo mooi.

Ik neig tot waanzin,

draai langzaam door,

elke dag weer,

een stukje minder,

een beetje meer.

Ik neig tot waanzin,

draai langzaam door,

elke dag weer,

een stukje minder,

een beetje meer.

Vier kleuters

en een baksteen,

daar komen

ongelukken

van.

Paniek

in de vermoeide

ogen van deze

goede burgers

ze zijn

zwaar geschokt

of

diep beledigd

en

terecht.

Je hebt het

over UFO’s en

astrale projectie

Je hebt het

over telekinese

en telepathie

Je hebt het

over die stemmen

in je hoofd

Zeg, vriend,

ze hebben je tas

gevonden bij

de RIAGG.

Nou vraag ik je

hoe komt ‘ie er op

hij heeft het zelf

niet in de hand

zegt ‘ie

nou vraag ik je

hoe komt ‘ie er op

eerst roza

helicoptertjes

en dan een

incontinent

engeltje.

Slapeloos

in Eindhoven

wat een nacht

ik voelde me ziek

had weer gedronken

kon weer niet slapen

wat een toestand

ik heb hoofdpijn

ik voel me beroerd

en ik doe het

mezelf aan,

teveel gerookt,

stomme gewoonte

doorgaan totdat

het lijntje breekt

en dan

nog een sjekkie,

nog een wijntje

godverdomme!

Mijn hoofd

geeft kritiek,

spuit elf

geeft

modder.

Het kan me

geen ruk tuffen

ik heb poep

in mijn

hoofd.

Ha,

stront voor

de schijtende massa

praat geen poep

het is toch

je eigen schuld

je hoeft niet

te klagen

het doet me

geen reet.

De herinnering leeft

ik neem je mee naar de wolken

blowend

in het paradijs.

Kruisbeeld neergehaald,

boeken op een stapeltje,

fluiten in een emmer,

het schilderij tegen

de muur,

morgen komen ze

de ramen vervangen,

beneden ligt alles

overhoop,

pa kan alweer

zijn sleutel niet vinden

en deze week

nog drie keer

babysitten.

Landleven.

Langzaam

veroverd de zon

haar vaste plaats

aan de blauwe hemel

Vijf uur des ochtends

in de verte kraait al

de eerste haan

Een enkel wolkje,

een fijn briesje

Ik lig in een vreemd bed

hoor varkens en koeien

het is weer mooi geweest

De dag komt traag

een kruipend gevaarte

Vijf uur des ochtends

in de verte kraait al

de eerste haan.

Vol van lof

over deze lange tijd

dat jij me van dichtbij kent,

jij was er schijnbaar

voor mij alleen toen

het nog zoveel

minder met mij ging,

jij was er en

stak je handen

in het vuur,

jij was er en

streek de golven plat,

luwde de storm

in mijn hoofd,

je raapte me op,

je beurde me op,

jij was er en

ontketende

de wil.

Zou ik woorden hebben

om je zonder omwegen

deelachtig te maken

van de grenzenloze

sympathie die ik

sinds jaar en dag

voor je koester,

kleine meisjes

worden groot

en o

zo mooi,

zo verpletterend

schoon.

Dynamo Open Air.

Vier uur in de rij staan

een zonnesteek heb ik er wel voor over

bierblikjes suizen door de lucht

flessen en messen moet je inleveren

die vier dagen zijn het waard

hee, doe mij een plezier

hier, drink nog een bier

ik kom niet aapjes kijken

ik ga voor de sfeer

voor de prettige aanspraak

met zo’n dertigduizend

gelijkgezinden

dronken

over de grasmat rollen

in de modder schuiven

nee, wiet

dat was vorig jaar

toen ik mijn kaartje weggaf

aan een passant

alles ademde broederschap

ik hoefde geen bands meer te zien

ik wist zo ook al genoeg

doe mij een plezier

drink nog een bier

nee, wiet

dat was vorig jaar

Luister

hoe een woord tot leven komt

een woord, dit woord

Straks kun je weer

de gewone dingen doen

zoals praten met vrienden

Het is maar voor even

luister

ik raak de stilte aan

Vuile borden

de afwas wacht

Alles vergeten

Kassie kijken

voetbal, koffie en een peuk

Hollandse

zuinigheid,

wat de boer

niet begrijpt en

lenteregen

in mijn haar

zo zal ik

de vrijheid

blijven proeven

waar anders

zou ik willen zijn

als niet

in Nederland,

leve

de koningin!

Haar ronde vormen

zijn rampspoed en verlossing

een koele afgrond

Een fatale vrouw

met ogen die lijken te zeggen:

“Kus me, als je durft!”

’t is een moordwijf

maar je kunt je kont

niet keren of d’r zit er

weer een te bekken

met jouw mokkel

Valeriaan en hop

damiana en cava

ginko en ginseng

Het gewone van

ui en knoflook

De kruiden

zoals lavendel,

paardebloem en

driekleurig

viooltje

Magische wereld

van datura,

cannabis en

psylo

Kamille en

citroenmelisse

moeder natuur

Mystiek

van yoga en

meditatie

Nootmuskaat,

vliegenzwam,

kolanoot,

datura,

doornappel,

sjamaan.

Een bloem als een roos

die mij genadeloos prijst

de tuin ver onder mijn voeten

vandaan

Snuffel, snuffel

alweer geen

knuffel

Ik kleef

aan het eerste honk,

dat wordt

een gedwongen loop.

Het was

geen doelpunt

maar t had

erger

gekund…

Ik ben een puinhoop

mijn hoofd is een

stortplaats

Ja,

ze zijn kort,

maar t zijn wel

hele mooie

Zo’n meiske toch

en wat een beroep, ja,

het verdient genoeg,

maar heb je dat

er voor over?

Het geeft je te denken,

de wereld zit vreemd

in elkaar,

het is me een

raar genoegen

Zo’n meiske toch

ja, daar, ja, ga door,

zo’n lekker kontje

mag ik over je heen?

Het was heerlijk.

Het geeft je te denken,

zo lang geleden en

zo overweldigend

mooi, ik zeg nog:

“Dank je wel,”

want zo’ne kwaaie

ben ik nu ook

weer niet.

Grabbel, grabbel,

alweer

geen schnabbel

Ik kan d’r niks aan doen

benader nu voorzichtig

jouw welgevormde benen

je lijkt niet afwijzend

ik kijk in je ogen

en denk bij mezelf;

waar ben je geweest

al die tijd?

Een grote liefde hangt in de lucht

ik adem in en uit, zwaar en zoet,

droom van korte rokjes en

bezwete T-shirts

Een donkere snelweg,

Auto’s razen voorbij, voorbij

Lopen, lopen en nog eens

Lopen,

Zo ver weg van

De stad van de lichten,

Eindhoven

Waar ben je nu?

God geef me richting

Waar is mijn thuis?

De kat moet nog gevoerd

En ik wil slapen.

Je geeft me

het woord en

ik ben er

in een bout

en een

giechel

die leuke vrouwtjes

hebben liever een zeikerd

met centen

Je bent een geweldige meid,

jij kon er niets aan doen,

het lag niet aan jou,

maar achteraf

vond ik wel

een vlekje

in mijn

onderbroek

Die mierzoete

blik in je ogen

doet me

zo langzamerhand

smelten

Wat die lieve

kijkers me lijken

te willen zeggen

Een bang

vermoeden

Je steelt

mijn tere hartje

voor ’t spel

alleen

’t is niet anders

je kunt balen zoveel

als je maar wilt

Perfect gesneden

van gebleekt blauw denim

Op de hoeken nog

met koper geklonken

ik moet me concentreren

op mijn lichte vers

ik moet morgen ook nog es

gaan praten met de pers

ik moet dan óók nog

in de zon kunnen zitten

dus nou moet ik zéker

onderhand gaan pitten…

niet dus.

Twee engelen

Zitten op een

Afgelegen wolkje

Zegt de een

Tegen de ander

“Als we een

Vallende ster

Zien, mogen we

Een wens vervullen”

Zegt de ander

Tegen de een:

“Geloof jij

Nogsteeds

In die onzin?”

Klere,

da’s lang geleje,

gofferdomme jong,

Hoest!

Een aanhef met jouw naam

zou me veel meer betekenen

dan de vele woorden

die ik heb verspild

Ze hebben vast

verse bloemen voor je

meegebracht

De kleur van jeugd

tussen het koude grijs

van bot beton

tering,

wat een joekels

Amendementen,

geen leuke herinnering

laatste deur aan de linkerkant

die stomme teeël is kapot

een peuk voor na de les

je hoofd erbij houden

separeren

ontspannen

korte yang-stijl

Mind in Dan Tiën

wat snap ik daar

weinig van

correctie

ik snap er

steeds minder

van

Ik blink uit

in alles wat lelijk is

Niet dat er

geen mooie dingen zijn

Het ontbreekt mij

gewoon

aan lef

Gemarineerde

beflapjes,

mmm!

Waarom kunnen mensen

niet normaal doen

tegen elkaar?

Voor een pilsje

word je al bezeken

door een puistje

word je al bekeken

Waarom kunnen mensen

niet normaal doen

tegen elkaar?

Is dát voor een tientje?

Wat, drievijfenzeventig?

Spreek je moerstaal

en kijk me aan

als je iets wilt zeggen

Waarom kunnen mensen

niet normaal doen

tegen elkaar?

Goed,

als ik je nooit meer zie

is deze gratis…

Het lijkt wel

alsof ze steeds

jonger worden…

En waarom

denken ze dan

dat ze bij mij

dope

kunnen scoren?

Zie ik er

zó uit?

Hé, man,

heb je wat

voor me?

Godverdomme

alweer

een junk

Ik ben zeer bewogen

voel mij voor je branden

vlammen in mijn ogen

kom, geef mij je handen

voel mij voor je branden

zeg, kom ik je te na

kom, geef mij je handen

zeg nou eens een keer ja

zeg, kom ik je te na

wil je, moet je me niet

zeg nou eens een keer ja

en dat je me wel ziet

Ik wil mijn sporen in je flanken zetten,

wil je zien rillen met jouw mollig lijfje

je zien bewegen met je luie vetten

en met je gillen, oh, mijn lekker wijfje

ik wil mijn sporen in je flanken zetten

Het geeft niet als

je weinig te vertellen hebt,

maar zorg dan tenminste

voor een pakkend

rijmschema

Meisje,

neem mijn goede raad,

je bent zo jong nog

als je daar staat,

verslinger jezelf niet

aan iets dat overgaat

Nederland

blijft thuis,

iedereen

zit voor de buis,

vermaak

voor ’t hele gezin,

kijkcijfers

schieten de lucht in,

kom niet aan onze

Catherien

steeds weer

blij je te zien,

Catherien

Zoals

alleen jij

me aanbidt

De warmte

die je me geeft

Zoals

alleen jij

geduld hebt

O poes,

je bent mijn liefste

troetel.

Mooi gedicht

jammer dat het zo rottig

je bek uit komt

Wat zullen we drinken

en bij de weg

Wat kost die vis?

Je hoorde me

in de stroom van

een rivier en

zag me weer staan

daar, de top van

een berg, vond

me terug in

de dalen, op

het platteland,

eeuwig ben ik,

daar drijf ik mee

op het ruisen van

de zee en

huil tezamen

met de wind

Voor het lichaam

van een mooie vrouw

die vaak gedwongen,

voor een half uur

de warmte van

betaalde liefde

geeft en

bij het afscheid

een kus…

Angst,

De nacht,

Het rode licht,

De achterkamer,

Het stil verdriet,

De eenzaamheid,

De botte lust,

De werkplek,

Het bed.

Een nobel hart

met zwier gehuld

in edel zwart

Lieve Patti,

ik word heen en weer geslingerd

tussen drie vrouwen

wat moet ik doen;

Ik val zwaar voor Linda,

want ze heeft een leuk koppie

en ze is zo lekker blond;

ik val zwaar voor Karin,

want die heeft een goddelijk lichaam

en ze is zo lekker scherp

maar Linda heeft niet

wat Karin heeft en

Karin niet wat Linda

en Angela is niet blond

maar voor haar

wil iedereen wel

een uitzondering

maken…

Lieve Patti,

Wat moet ik doen?

Je moet je bier niet vingeren

Stel dat ie klaar komt

Dan lust je hem niet meer…

Ik zag haar lopen

zwaar opgemaakt

op hoge hakken

met blank-

blote benen

Het was zomer,

de tijd van t-shirts

en korte rokjes

Ik zag haar gaan

en dacht:

Wat zien ik?

Meisje!

Oh zoete minne,

Wilde betovering,

Word jij de mijne,

Mijn verovering?

De zuidelijke schone

had een getatoueerde

vlinder op haar

schouderblad

Zij wilde er niet

van weten maar

ik zag al

onze bambino’s

rennen, spelen

in het gras.

Onze kussen

zijn water en bier

een milde dronkenschap

voor wie er naar dorst

Laar ons verzengen

in het vuur van de jeugd

wan de nacht is jong

de liefde vlamt op

en het leven bruist

Om er te zijn

nu, op dit moment

waar de muziek warm is

en de vloer beweegt

Wat als deze dans

eindigt

met een kogel

Kom,

we gaan uit.

Vroege ochtend

Wil voor mij zingen

Lief klein vogeltje

Rode wekdienst

Boodschapper van

Zomer

Zoete

Druppeltjes

Op

Dauw-

geurende

bloemen

Bloemen strelen

De zachte hemel

Met frisse kleuren

Een tafel leunt

Tegen zijn schaduw

Mijnheer fiets

Wacht op mij

Maar de zon

Is dronken

Ja, ja,

Nee, nee

Knikt en schudt ze

Met haar kontje

Ik heb haar lief

Mijn suikerklontje

M’n liefje

M’n dotje

Wanneer word jouw poesje

Mijn suikerpotje

Er is iets mis

met die pillen van mij

ik vreet men eigen ellendig

heb de godganse dag hoofdpijn

en loop daarbij alleen maar

onzin uit te kramen

ik kan geen auto rijden

en als je iets over

mijn haar zegt

dan begin ik te grienen

die bijsluiter

stelt mij ook al

voor enige raadsels

hij komt niet omhoog

hij gaat niet omlaag

en klaarkomen

is er niet meer bij

mocht u deze verschijnselen

als erg hinderlijk ervaren

raadpleeg dan uw arts

maar wat lees ik hier

krijg nou tieten

over een paar jaar

valt mijn snikkel eraf

en loop ik rond

met cup dubbel-dee

ik vind alles goed

zolang ze maar niet

gaan hangen

Lollie

op een steeltje,

zuurtjes

in mijn hand

ik loop hier

toch maar

dus raap

de lichtjes op

tot het ervan

duizelt,

ja,

nu zie ik ze

vliegen.

Dat meiske

wou me versieren,

ik zeg: “Sorry,

ik ben

impotent.”

De machine

van maandagmorgen

koffie in de motor

niet minder dan

afkerigheid

van vuile glazen

anorexia

en dat op indicatie

voor altijd genezen

zeker en per abuis

wijzer geworden

de machine

van maandagmorgen

koffie in de motor

maar waar

is mijn bier

Stilte aan het water

het zachte fluisteren van

de hoge bomen wordt

nauwelijks gebroken

om deze rust

niet te verstoren

Ik loop hier zomaar

en omdat het mag

Libellen suizen en fladderen

scheren laag over

de rimpelloze oppervlakte

gratieus als blauwe engelen

Geen doel heb ik voor ogen

Ver weg van het geraas

van de gehaaste mensen

geniet ik van vogels

wie het spel niet kent,

moet niet willen spelen

midden in Eindhoven

een junk van de straat

geen dorp is heilig

geen stad is veilig

een gebruiker

die zelf verkoopt

maar ik houd niet

van hard

he gatver

ik moet geen bruin

ik moet geen wit

loop toch

tegen de lamp

en rot op

met je dope

dat zijn zo

van die dagen;

je maakt het stuk

of je raakt het kwijt

’t zijn

Rare vogels,

Die eenden

Ik,

Ik ben

Van wat je denkt

Het tegendeel

Ons moeder

gaat om de hoek

even spinazie halen,

ze blijft meer dan

een uur weg

ze zal de verkoper

wel weer aanklampen;

hem vragen

heeft u deze

ook in beige?

De zon gaat rood onder

En wolken als ijsbergen

Drijven in het hemelsblauwe

Mijn

Allerliefste

Vriendinnetje

Heeft

Puntoortjes

En een snor

Ik zoek

een vrouw met

een sterke persoonlijkheid

en een zacht karakter

ja, zacht en sterk

moet ze zijn

net zoals

toilet-

papier

Een zweem van haar geur

En de echo van haar naam

De wereld heeft hem

Uitgescheten

Daar ligt hij dan

Met een kogel

Door zijn hoofd

Teveel ellende

Met een gebruikte

Naald op zoek

Naar een goede

Ader

Godverdomme

Alweer mis

Als je klein was

Zou ik je bewaren

In een doosje

Als je groot was

Zou ik een kerk

Voor je bouwen

In ieder geval

Zal ik je nooit

Vergeten

Ze is een

Bee-tweeënvijftig

Sexbommenwerper

Dat ijsblauwe van die

ZAADVRAGENDE

Straalkanonnen

Reduceert

Elke mannelijkheid

Tot een weerloos

Hoopje

Geile

Verlangens

Arme nana,

Met al die mannen

Bezopen, dronken en geil,

De één

Nog getrouwder

Dan de ander

Arme nana

Wat mij betreft

Geef ze schimmel

Geef ze platjes

En geef ze allemaal

Een druiper…

Jarenlang

Heb ik al mijn spirituele

Leven geblokkeerd met een

Veel te simpel Om-Ah-Hoem

Tot ik door stom toeval

Op het idee kwam

Om mijn mantra

Te vervangen

Door twee regels

Van John Lennon

Martien, Martien,

Kun je niet zien

Martien,

Ik vind het fijn

Om dicht

Bij jou te zijn….

Trek je agenda

geef me een minuutje

het zou me veel betekenen

ik zou je op handen dragen

en verder rust gunnen

geen lange martelgang

en voor je kruipen op

mijn blote knieën

geen dronken

telefonade

de bedoeling is goed

we zouden gewoon

wat kunnen ruilen

een aai voor een aai

een kus voor een kus

ik denk er veel van

zie naar je op

kom geef mij

je hand

laten we

vrienden zijn.

Nooit zal ik vergeten

Ooit komt die dag

Haar laatste blik

Haar laatste

Ademstoot.

Ik heb geen foto van je

Bewaar jouw trui

Voor als ik je

Vergeten ben.

Mag ik

Twee blikjes

Gisterenavond?

Lang en vruchteloos staren

naar haar die ik bemin

het is al half vier geweest

ik bel maar eens op

om haar te over

nog eens te vragen

hoe of het gaat,

met veel moeite

is ze nog net

wakker te krijgen

ze neemt zelfs op

ik zeg mijn naam

en doe mijn verhaal

aanvankelijk luistert ze

in de stilte die volgt

probeer ik haar

moed der overtuiging

moed der wanhoop en

macht der gewoonte

te ruiken

mijn aandringen

neemt ze gelaten

en zegt dan:

“je bent een schat,

maar nu even niet.”

Kom in mijn hart

Laat me zachtjes betreden

Een geurig pad

Van bloem en bloesem

Vertel me meer

Jouw stem is als honing

Als een geitje dat huppelt

Is jouw naam

Trippel, trippel, trippel

Drink je met kleine slokjes

Om niet beschonken

Naar huis te keren

Een open einde

Welgemeend

Maar doelloos wit

Het streven voorbij

Eerlijk zijn is vaak een kwestie

Van gezond verstand

Nu even wat anders

Is er nog koffie,

Dan weet ik

Waar die staat

ik kijk

naar een kaarsje

een waxinelichtje

heb ik voor je

aangestoken

ik kijk

in de vlam

voor vier uur

blijft het branden

en dan gaat het uit

mijn cigaret

is bijna op

en intussen

uitgegeaan

ik draai

geen nieuwe

ga zometeen

slapen

Pardon mevrouw,

U staat op mijn lul!

Ze kwam

Vanuit het niets

In het schemer van

De vroege zomeravond

Een engel uit de hemel

Het was overweldigend

Als een explosie

Ze bedekte me

Belaadde me met kussen

Zo warm en zo teder

Met bijna dronken passie

Ineens was ik vervuld

Vervoerd in extase

Nog uren

Heb ik zo gezeten

Nog dagen was ik

Helemaal bevangen in

Een diepe bewondering

Van pure liefde

Mezelf

En mijn ellende

Vergetend

Witte benen

Warme zomer

Dunne verf

Gatsie en transparant

Een slecht voorteken

Wat is er, liefje,

Krijg ik nog een kwartiertje

Of laten we het zo

De eerste dagen van de lente

Zitten er nog geen bladeren

Aan de bomen

De zon wordt al warmer

En het gras wordt groen

Je zou zeggen

Dat er nooit veel

Veranderd

Maar de wind raast

En jaagt het stof

Voor zich uit

De zomer zal komen

Want de vogeltjes fluiten

Nu is je huis leeg

Hoe stil is het hier

Voordat ik ga

Zeg ik nog even

De bloemen

Gedag

Een meisje zoals

Jij op blote voeten

En met bloemen

In je haar

De zon die

Zacht je lieve

Gezicht streelt

De wind die

Je zomerjurk

Een beetje

Optilt

Wil het niet lukken

Kies een goed moment

Om je hoofd te verliezen

En te gaan gillen

Schrijvers

Zijn goedkoper

Dan hoeren

En de stads-

Bibliotheek

Voor mijn

Leeslust

Een

Bordeel.

Ik vind alles goed,

Maar mag ik dan even

Aan je curiculum

Ruiken

Ik heb gehoord

Kan er nog slecht aan wennen

“je zou jezelf

toch beter moeten kennen.”

Ik draai het om,

En wat zou jij dan willen

Of goed of gek

Slik ik nu liever pillen.

Misschien is deze brug

Wel langer als die andere

Wat boeit het zolang ik

Er maar niet overheen

Hoef

Het is als een knagen

Nu al maanden onbestemd

Een beekje dat een oceaan

Doet vermoeden

Naderend onheil

Zeeën van onvermogen

Ga in gedachten

Van berg naar dal

Op weg naar de diepte

Ik wil iets zeggen

Maar ze hoort me niet

Op het randje

Ik wil haar grijpen

Maar ze is alweer

Ergens anders

Ze maakt misbruik

Van een gegeven paard

Danst op blote voeten

Draait rond en rond

Maar ik zie alleen

Haar ogen die

Ver weg staan

Het hoeft niet

Meer.

Een zwoele zomeravond

De zon kleurt alles een beetje rood

En de wind giechelt,

Beroerd zacht je wilde haren

Met zijn warme adem

Zo mooi ben je nu en

Zoveel meer waard

Dan wijn en

Chocolade.

Ik heb je gevraagd en

Je ging gewoon mee

Eigenlijk ben je veel te goed

Voor deze wereld

Gelukkig overleef je

Deze nacht niet…

En ik?

Ik doe wat ik wil

Tover vrije vogels uit mijn pen

En voer de rozen koeien-stront

Want stinken

Doen ze toch al…