Ivoren wachters
Als de dag als een dreigbrief
onder de deur komt geschoven
en mijn gekwelde slaapogen
de dag traag onwelkom heten
heb ik allereerst behoefte
aan een stevige peuk
en drie halve liters koffie
alvorens ik besluit
om vandaag maar weer eens
HELEMAAL NIETS
te gaan doen
Die dag is net
een controleur van het GAK
kijkt onder de gordijnen door
als ik nog lig te slapen
ja, ze zijn gekrompen
in de was
De zon lacht me uit
terwijl ik in me nest
al bijna lig te rotten
Nu moet ik toch echt opstaan
MIAUW!!!
buldert de kat in mijn linker-oor
terwijl ze haar nagels in mijn neus zet
VRETEN GWK!!!
ze bedoeld natuurlijk GVD
maar weet zij veel.
—
Kilometers groene velden
strategisch geplaatst
hier en daar een koe
om precies te zijn
twee
deze gele bliksem
knalt als een stuntman
overal dwars doorheen
goed dat ze over de Maas
toch maar een brug
hebben gebouwd
Eindhoven-Amsterdam
Pilatus
had zijn handen gewassen
in Den Haag
twee Jehova’s
en een junkie
—-
Zomaar een bloemetje
staat zo eerlijk te geuren
in haar laatste levenslicht
fleurt met flair een lentegloed
zeven euro voor een bosje
zeven euro voor een vaas
kleine ondeelbare vreugde
veertien euro goed besteed
gewoon voor mezelf
voor de frisse aanblik
mijn gemoed ertegen
lekgeslagen
lieve warme druppels
hoewel hartje winter
ongrijpbaar voor elk
verstandig redeneren
slachtoffer van
bruut geweld
sterft een trage dood
als wegwerpproduct
voor een breekbaar
maar vooral tijdelijk
gevoel mijnerzijds
—-
Een brandwond
mogelijk tweedegraads
twee dozen verband en
natuurlijk véél zalf
misschien
moet die hele arm
er wel af
uit sympathie
doe ik net alsof
ik ook door mijn enkel
gegaan ben
als ik dit maar
overleef en wat
er nou helemaal
gebeurde was,
er viel wat as
van mijn peuk
behalve
een klein vlekje
is er niets
te zien.
—
Meisjes van mijn leeftijd
met wandelwagens vol met
kinderen van onduidelijk
welk geslacht
moeder, je kind huilt
de hond wacht wel
of doet het
in zijn broek
das ook nie erg
-ze had al een hond,
nu wil ze ook een kind,
dat is erg-
maar meisjes niet te na
het zijn bewonderenswaardige
eenheden van enerzijds
hormonen en driften,
anderzijds met humor
of slecht humeur
een hond kan zijn ballen likken
anders is het een zij en
heeft ze 6 tieten
honden doen niet zo moeilijk
ach, was ik maar een hond.
—-
zeven goede
en zeven betere dagen
elke dag twee kadetjes
kiespijn van zoete woordjes
’t zijn onze wittebroodsweken
in een aanstekelijk ritme
van haat liefde haat
jij mijn kuise snol
ik jouw liefste klootzak
we staan voor hete vuren
bakken ze bruin en
bewaren de kruimeltjes
zeven boze,
zeven sadistische dagen
één voor één
trek ik je pootjes uit
zodat je niet
bij me
weg kunt lopen
mijn mannelijkheid
ligt in de magnetron
voor een snelle snack
en om je
honger naar wraak
te bevredigen.
—
Smiddags om 1 uur
geeft mijn bovenkamer een nare echo
dat mag geen ochtendhumeur meer heten
maar mijn dikke hoofd en
mijn bolle ogen
zijn nog in een andere fase
op dat moment heb ik nog
geen gevoel voor humor en
mijn verstand neemt een aanloop
andere mensen
zijn verbijsterend wakker
hun vragen
weer ik geërgerd af
allereerst moet de kat geknuffeld
vervolgens meldt zich het nicotine-gebrek
wil ik heel wat sterke koffie gebruiken
en misschien dat ik dan
tegen het einde van de middag
eens aan een ontbijt begin te denken
nee, het is niet zo,
dat ik met een sprong
naast mijn bed sta.
—-
Nondeju, alweer afgelopen
het nut en de luister zijn mij helaas ontgaan
ik was daar al veel eerder, dus doe geen moeite
al heb ik er liever meteen twee van
een rondje wereld voor mijn vreemde mensjes
mierzoete wijn bezegeld gezellig samenzijn
de plicht roept in een langgerekt zwijgen
met hier en daar een woord als tegenvaller
perfect afgesloten: lucht en waterdicht
maar wat is dit ranzig;
zoniet giftig
ben ik hier wel klaar voor
ik plak hem achter het behang
en verschiet mezelf een ongeluk
want de grens is intussen bereikt
ik durfde het echt niet
nogeens melden,
opgenomen,
nee, niet de meter, niet de telefoon;
een paar weken vakantie en de rest van het jaar vrij
eigenlijk wel grappig
alleen je haren en je nagels zijn voor eeuwig
existencieel dilemma
ik kan er gewoonweg
niet van slapen.
—
Was het bluf
of, mits goedgespeeld,
juist een sterke kaart?
Lang zitten kniezen;
van nature wild en wat
beroerder dan toen ik slaagde
met voldoende geduld voor
perikelen met deze
meestal dierbare
kennis
Kon die sigaret
mijn gezicht maar
verbergen
Achteraf gezien
was ik de situatie
niet meer meester
verzon een list
als excuus.
—
Kegel van Paniek
Praat verder
ik hoor je graag
waar kun je zoiets nog huren
met je kin tussen je knieën
het ging ook
net iets te goed
Een haar op mijn bord
de poes wentelt en krult
vertel eens
waar mag ik je
kietelen?
Die stomme duif
meende dat hij het allemaal
allang wist…
Soms schrik je je
te pletter.
—-
Ik ruk mezelf bijna
invalide; half blind met een
tennisarm
Het mag mij om de
drommel weer eens niet baten
dat wil zeggen; rsi,
maar dan zonder
enig
resultaat
In een paar jaar
tijd, van ijzervreter naar
totaalweigeraar
Verslagen nu
laat broeder snikkel
het hoofdje hangen
Dus, ik geef toe
ik ben niet meer
dezelfde als vroeger
maar
af en toe
een uurtje knuffelen
is dat teveel
gevraagd?
—-
Deugdzaamheid
spreekt onvertogen woorden
jegens de allerhoogste;
het diadeem der wijsheid
is in jonge handen
Een venijnige wind
beukt op deuren en ramen
waar eerbaarheid binnen is
en de sluier van dit moment
nog even niet
gelicht wordt
Dineren met engelen
Brood en wijn
voor langzame dagen
Zo komt het raderwerk
tot inkeer en bijna stilstand
de eenzaamheid blijft
Wij leggen kruiden
op het vuur en
ik neem afscheid
van de dansende
schimmen.
—
Elke week
de standaardprocedure
nodig jij me uit voor jouw feestje
ik weet wel wat ik liever heb
doe mij maar een lolita op de rotsen
want mijn goudgele motor draait
vooral kromme toeren
En weer
gaat de avond nergens heen
mag ik niet eens een splifje roken
ik doe altijd alles met de smaak
van overbemest gras
bijna net zo gezond
als lijm snuiven
Meer dan twee grijze cellen
heb ik werkelijk niet nodig
ééntje om rotzooi te maken
en nog ééntje
om de andere
in de gaten
te houden.
—
Wat was je toch
heerlijk hulpeloos
toen
zo onder het weer
en onder een deken
Ik zou er bijna
fantasieën van hebben
maar dat mocht niet
van jou
Deerlijk
hoestend en snuffend
met een hoofd
vol griep
’t Was best erotisch
Maar daarom
ben je me nu
niet minder
lief.
—-
Olie op de golven
Een natte kus
met koude lippen
haren net een beetje
in de war
Tere kwabbetjes bewegen
als ze de knieën optrekt
en me zo meer van
haar borsten laat zien
Blijft ze vaag
Een geur die
niet overvalt
Vooral
niet toegeven aan
wat in me opwelt
Ik mag even
ruiken aan hoe
het zou zijn
Anders
niets
—
Stel je voor;
schijten op een middeleeuwse kakdoos
terwijl kakkerlakken en pissebedden
om heerschappij strijden
terwijl een varken aan je kont snuffelt
en aan je ballen likt
Stel je voor;
een stinkende vetbult op sterk water
in een laboratorium voor proefdieren
hoedanook goor;
Een aanzwellend abces kort voor eruptie
bij de pijnlijke verwijdering
van een molaire
Stel je voor;
even een sigaret voor het crematorium
jezelf er niet van bewust
ook in de walm van de overledene
te staan;
Tevens de aankomst van de volgende
ploeg rouwende aanhang, want
meer dan een half uur krijg je niet
Wil je nogsteeds weten
hoe ik mij heden voel?
—
De volgende keer
dat je opneemt, verwacht ik
een sprankelende begroeting
een lach met een twinkeling
en niet een afwezig
“Hoe ist”
De volgende keer
dat ik je tegenkom, wil ik
een welgemeende knuffel
en een overdaad
aan kussen
De volgende keer
dat je alle niet-vrouwen
wilt laten opereren
hoop ik
dat je mij
een beetje
ontziet.
—
Ik ontmoet veel
zich metdertijd stapelend
geneuzel
Nee dan
zo’n vredevolle gozer
die zich verdienstelijk
wild verzet
en daartegen
afsteekt
Nederig geworden
verpeuzel ik herhaaldelijk
zijn gulle woorden
tot de laatste kruimel
de laatste letter
Het gebalde
gezonde verstand
Goedgemutst
begin ik aan hervonden
eerbaarheid
En voorzeker
zal ik mijn bewondering
blijven verhullen want
hij zou misschien
naast zijn schoenen
gaan lopen.
—
Dat had U
niet gedacht, hè?
Voor U staat
het product van
miljoenen jaren
natuurlijke
selectie
Miljoenen jaren
schaven en
verbeteren
En
om eerlijk
te zijn, geld
staat me niet.
—
Ik steel van mezelf
deze ochtend vroeg en koud
heb honger naar meer
ook al verlies ik daarbij
bijna mijn verstand
Ver is de prikkelende
geur van hars oftewel bomen
het was toch bijna
verkering
Hier rolt loeiend
een trein binnen
worden schepen geladen
rijden zware wagens
af en aan
Waar meeuwen zeilen
het leven klopt en pompt
daar moet mijn
woning zijn
Als een machine op stoom
het dreigend begin
van een lange dag.
—
Maar kleine dwaas
wat zie ik daar voor lampjes in je ogen;
zijn dat de lichtjes van plezier,
die je uitdoet voor het slapen gaan?
In jou groeit een dichter
een leraar, een politicus,
een held,
dat ben je al
De kleine blaag
wordt op snelle vleugels gedragen
Het is te vroeg
voor grote daden, hij is te klein,
om naast zijn schoenen te lopen
Zijn allerliefste wens
een blinkende hijskraan.
—
Je staat er ook
helemaal alleen voor
en wat er nu gebeurt
blijft voor altijd een gok
met meer beproefd geluk
dan verkregen wijsheid
je wilt best slagen
net als de rest maar
als het even kan
ook een beetje vrijheid
want je hebt never
nooit geen tijd
in deze rare wereld
je werkt je door je rol
er moet brood op de planken
deze show loopt ook wel
zonder jou
en wie kun je bellen
in het onverhoopt geval
van een kleine storing
als het op moeten neerkomt
antikeuzes
zijn snel gemaakt;
op de onverlaat
die in iedergeval
iets anders wil,
liggen overal
strikken
te wachten.
—-
Het oeverloos gezwets
van mijn teergeliefde wederhelft
mijn betere zelf
deed mij overwegen
een kleine chirurgische ingreep
te laten plaatsvinden
Ik dacht het
veel beter te kunnen stellen
zonder stam en kleine hersenen
ja, zelfs zonder frontaalkwab
De mensheid
zou beter afzijn zonder
testosteron en oestrogeen
En de wereld
zou beter afzijn
zonder mensen.
—
Over mijn veel te dure
luidspreker-boxen klinkt een
zelf gebrande jazz-cd
het zachte gekweel
doet in de verte denken aan
dure whiskey en goedkope
sigaren
Vandaag ben ik een dweil
morgen ben ik een vliegtuig
Versuft zie ik
de volle asbak en
de lege flessen
op dit moment
ben ik niet meer dan
drankgeruis
Vandaag ben ik een dweil
morgen ben ik een vliegtuig
Op mijn bed
zit het meisje dat me
tot heden en bij voortduren
perverteert
Ze stelt voor
iets spannends
te gaan doen
ik zeg:
Vandaag
ben ik een dweil
morgen ben ik
een vliegtuig.
—
De welvaart
komt lang niet overal
en altijd in de laatste plaats
bij de dieren
Niet dat mensen soms
ook net dieren zijn
Wij worden bediend
voor ons wordt alles geregeld
maar onze felix domesticus
is vaak een zielig
hoopje leven
Want het zo geliefde beestje
wordt zomaar ineens buitengezet
in de kou, met bijna niets te eten,
te prooi aan ziektes
Achtergelaten en overgelaten
aan zijn of haar lot
Neemt U van mij aan
zo’n kat in nood
heeft geen leven.
—
Ik ben
die vreemde vogel in de wijk
hier ben ik, ik woon hier
geef ook mij een plaats
ga mijn deur niet voorbij
Ik zou een goede buur kunnen zijn
die al jaren wacht op een
niet achter de rug gesproken
en vriendelijk woord
Ik zou
zo onbegrepen
je kind kunnen zijn
Eigenlijk
ben ik net als jij
met maar een kleine handicap
geef me een eerlijke kans
Ik ben de stilte
meer dan beu.
—
Het verlangen
was misschien de werkelijke impasse
wilde zij net zo graag naar buiten
als ik naar binnen
De wijze onwijze zag
de blauwe wolken door een roze bril
met bleke wangen, want teveel
suiker maakt mensen ziek
Er bleef niet veel over
van mijn snelle geest en
waar was ik met
mijn aandacht
Liefde
is een sluipmoordenaar
van je vrienden kun je dat
verwachten
Daar
waar het laatste woord
gesproken is
gaan de klappen
vallen.
—
Als ik jou zie
geef ik mijn paard de sporen
en drink een stevige slok whiskey
terwijl ik met mijn andere hand
een zwaar sjekkie rol
want in zo’n geval
kan ik maar beter
geen handen vrij
hebben
Als ik jou zie
voel ik de bijna onbedwingbare
neiging om met een krokodil te worstelen
en gehuld in een zeemleren lendedoekje
aan de lianen te slingeren
terwijl ik mezelf
op de gewelfde borst trommel
en een ijzingwekkende
strijdkreet ten beste
geef
Ik zie mezelf
daar al bijna staan bij
weer en bij wind op de brug
als een speelbal op de golven
met de pijp in de hand
comando’s brullen:
“Laat het anker uit en
reef de zeilen!”
Als ik jou zie
geef ik mijn krokodil de sporen
en ga met schip en al
ten onder.
—
Alleen God troost
Laat zien wat je kunt
op een mooie dag als deze
vind ik alles prima en
als je geen vent was
zou ik je willen zoenen
Na een dure opleiding
van vele jaren kan ik
nog steeds naar de plee
kruipen
Had dan bier gehaald
Was dan gewoon
verliefd geworden
dit jaar.
—
Te lang en breed bestreden
was de rand misschien te hoog
de wereld is groter dan een sinasappel
en niet dat ik er mee zit
maar ik kan moeilijk liegen,
heb moeite met mensen
als ik slaap kan ik toveren
daar heb ik geen psych
voor nodig
Teveel heb ik gezien
dat falen in goud veranderd
maakt mij weer een ervaring rijker
lang geleden mijn pogingen gestaakt
altijd neerslachtig op zoek naar de
kwartjes die ik in mijn dromen
overal zie liggen
Het verzet is te machtig
kan het gewoonweg niet verteren
het gelijk van mijn bejubelde tenen
de vallende regering
Geen oefening van geduld
snachts lig ik op bed te piekeren
mijn hart is koud en leeg
ik pas niet in het plaatje
Laten ze iemand anders
gaan bellen om de hemel
voor ze te bestormen.
—-
Redelijk
tot zeer goed humeur
maar wat wil deze ervaring
bijdragen aan de algemeenheid
van aangepaste zaken?
Dan zeg je maar niets
een juiste opvatting
je bewijst me een dienst
Dat moest wel een zomer zijn
zonder al te veel gedachten, maar
in die afwezigheid van hoofd en hart
gaan angst en leegte schuil
onwil en afkeer,
Ziekelijk falen
wat een eenzaamheid
ik bedoel:
wás het wel een feest?
Als God het wil
vind ik ze terug
in een nieuw samenspel
zijn ze weer jong, vrij
en veelal onbezonnen
en wat zou het?
Van dat alles kies ik
liever het minste kwaad
Ben ik toch
zomaar een loser
net als de rest.
—
Hij geeft geen titels
Geen titels maar een gillende sirene
de schaamte voorbij moet het gevoel nog blijken
omhels ik de droom en houd mijn hart vast
mijn lege gedachten tegen de ruit aan
gewrongen als kroelende insecten
van rechtenloze geboorte
Toepasselijk
en wel zeer tastbaar
de gapende werkelijkheid
Laat het vallen
als een onbruikbare metafoor
opdat God me orde moge geven, want
ik blijf schuiven met mijn tijd en vergeet
het driebaans asphalt
verzonken
tot in de hel
Wil ik nog kúnnen slapen
dan móét ik wel
vluchten.
—-
Er wordt op je gewacht
gedwongen een leugen te leven
zo donker om je heen
Een nieuw begin
kijk eens naar die bomen
zie je die planten
Hoor je die vogels
…
Er word op je gewacht
ze hebben de kaarsen al aangestoken
te laat om blij te zijn
En als je dan eindelijk
voor één keer lacht
zal ik me dat
blijven herinneren
…
Er werd op je gewacht.
—-
Een koeler wordende zon glijdt over het tuinpaadje
dat diep verzonken in het gras ligt, heel de zomer
niet één wesp gezien, alweer een jaar voorbij
vandaag een regenworm gered; hij en zij
waren duidelijk verrukt weer zand onder
het roze lijf te voelen
Was het een kraai of een raaf die ik verleden
week zag; bijna even groot als een reiger
Nee dan die uil die niet gewoon “hoe” kan zeggen
en zijn kont op het dak van onze garage parkeerde
die uil zegt: “twuut” heeft in de blauwspar
twee tuinen verderop waarschijnlijk
zijn nest gemaakt
de grond is gitzwart
De wilde kers heeft volop gedragen dit jaar
en de vogels weggehouden bij de aardbijen
Ik ben nog niet te oud om wijs te worden
daar is geen kunst aan
arbeidsongeschikt
tijd heeft
wie tijd krijgt
Ik denk dat ik hier wel wennen kan
en als volgend jaar de eerste kool weer weg-
gevreten wordt, zet ik mijn principes opzij
en eten we konijn.
—
ze waren zo talrijk
zwierven zomer en winter
als duivelse kraaien
ze droomden van liefde
als die wederkerig zou zijn;
een geverfde glimlach
als spiegelbeeld
ik gaf de distels water
en liet de kruimeltjes liggen
begrijp me niet verkeerd
ik ben toch maar
heel gewoon
maar
fijn was ’t niet
uiteindelijk toch nog
mijn zin te krijgen
—-
Wakker geschrokken
ik ben een zwervende kiezer
alweer potgrond gekregen voor
het kweken van fris bijgeloof
stromend bier laten aanleggen
en dat alles
op mijn verjaardag
evenwel heel wat minder
aangenaam zonder de geur van
vers vlees en geronnen bloed
als van gloeiend staal
bezie
de rechtopstaande mens
een vertederende soort
maar goed dat ik mag
en dat ik kan kiezen
dat ik ijzer ruik
aan mijn handen
ijzer
als ik rook.
—-
Wie kan becijferen
mathematisch ontleden
de inschijn tijdelijk bekennen;
de waan heeft haar eigen lach
of was het een ander, die
voorlopig huisde onder
hetzelfde schedeldak;
was ik evenzo
vluchtig
Onaangeraakt
niet meedoen omdat
ik dat spel niet kende
het gevoel aldus buitengesloten
intussen wat wijzer geworden
door werken met passen en meten
de schande een plaats geven
doorleren en
genoeg aan mezelf
hebben
Het wordt tijd
voor een besluit tegen ledigheid
gewoon maar meegaan
en niet afwachten,
niet zoeken
wat er -althans voor mij –
niet is.
—-
Gifboot
postmoderne keizersnee
als slecht gemeten kunstgebit
met klotsende oksels
hobbelen door voet-diepe plassen
met de warmte mee
waar zijn toch
die blote benen
die korte rokjes
Pianissimo
en teder als pasgeboren kittens
mammie weet er alles van –
maar al te goed –
baasje=eten
De timmerman
in rusttoestand nuttigt
zijn boterham met
commentaar want
als het past
dan past het
toch?
—-
Er moest iets gebeuren
snijden in eigen vlees
wat wil je veranderen?
Het woord zegt het al
alco-HOL
geen keus meer
de leegte met leegte
gevuld
Wie kan jou nog helpen
je met de aarde
verbinden, want een
God hoeft er niet
te zijn
Het leven zelf
is je van dienst
en geeft antwoord
Er moest iets gebeuren,
moeten maakt het
moment
heilig.
—-
Ging het om een geslagen hond
of was het enkel bij wijze van verbeelding om
de uitbuiting van een zogenaamd lager wezen;
kennelijk moest ik deze gedachte uitwerken
eenvoud in chaos
met de stroom mee
kennelijk geloof ik nog steeds
in sprookjes
Het is
even doorbijten
voor een blijvende indruk
ik heb een pinpas en een credit-card
mijn horloge is net als een legging van
weer een nieuwe wegwerp-cultuur
maar híj telt geduldig mee
en ik hoef niet meer
zonodig.
—
Hij geeft geen titels
Deze kamer en dit bed nog
nu niet eens een vreemde maar al beslapen
de groet aan de kat en welterusten
moeder die morgen weer
de lakens wast
Ook ik kleur mijn dagen in
arceer ze met oost-indische inkt,
zodat al wat overblijft
een veelbelovend grijs is
Een klein genoegen dat
proeft als belgisch bier tot dronkemanschap
er op volgt als de liefde voor haar
kan rekenen op warme
wederkerigheid
Nu nog één gebed voordat
stilte en nacht me omarmen en ik
bij Morpheus ontboden
word
Ik weet dat dit
niet voor altijd duren mag
maar ik ben verloren als ik
mezelf niet redden
kan.
—-
Nu ik deze dingen zie
en in mij de stroom van stilte voel, die mij
met leven vult, ben ik vooral dankbaar voor het lijden
dat mij toegevoegd is
In Zijn of Haar afwezigheid
is de grootste strijd, waar, bij stug doorgaan,
de volharding groeit tot “definitieve” verlichting;
waar ik verloren lijk, is deze strijd al bijna
in mijn voordeel beslecht
Als de bliksem zelf loop ik naast mijn schoenen
op het gedonder vooruit; wat hier zo gratieus
uiteenvalt is niet enkel zomaar; het wordt meestal
gedragen door de wil, maar helaas
nauwelijks ooit door het hart
Met mij gitaar vang ik maan en sterren
en God, die mij lief is, luistert naar mijn
stem
Ik ben deze, ik ben die
de ruimte vanbinnen
is even groot als de wereld
vanbuiten
Maar ik
wil meer dan een schim van wijsheid;
meer dan een fluisterend geheim
wil ik vuur van vuur zijn
Dan heeft mijn deel
zijn waarheid
gevonden.
—
Niet dat ik me
verbijsterd in het duister tastend
verloren waan, maar verwijt me
daarom geen kennis en ga zelf
eens zitten in die diepe kuil
van inwendig licht
Kijk verder;
zoek onvermoeibaar
met één deur of zelfs maar
één raampje open
Visualiseer,
streef naar harmonie
geef de wens een zelfstandige
wil en beken
welk onrecht je deed
Wat je weet
is niet
wie je bent
Genees
en word genezen
Je bent niet
degene die spreekt
je bent niet
degene die denkt
je bent
degene die is.
—
Erg verward ben ik
nog steeds bekrompen en tezeer afgemeten
zomaar en ook toevallig een loslopende geenling
deze regels, deze klanken, een trilling in fase
met buiken en knopen volgens geheel
eigen wetten
Uit een lege maagstreek geperst
waren mijn woorden bij lange niet zo gul
bedoeld als ze werden ontvangen
temeer daar de gever eerst en
vooral alleen zichzelf
wilde sieren
Als ik dat prima vind
accepteer ik de consensus van
wat overigens alleen maar
logisch lijkt
Ik zou moeten bidden
zonder overigens echt te gaan geloven
mezelf mijn vele gebreken aanwrijven
hier zag ik wel een mens
verdorsten
Vanavond
terwijl ik voor deze mens waak
en een gouden lichtpuntje mijn
enige gezelschap is
doe ik mijn belofte
gestand.
—
Geen tijd gekregen om je
te profileren als mooi en zachtaardig,
niet gehinderd door blijkbaar overbodige
kledij, word je zachtjes uitgedrukt;
overmeesterd
Gelukkig blijft het daarbij
ook al was je liever
doodgegaan
Koffie en sigaretten
om bij te komen uit de roes;
een zware deken van stil geweld
en hunkerend verdriet
Huilend puzzelen
aan een compositiefoto, angst als
het begint te lijken en nog bleker
bij weer een ander dossier
Misschien word’ie nooit gepakt
je kunt toch niet ruilen en
de echte pijn moet nog komen
Ik ben geen deskundige
ken slechts het bijten van de zweep
Kansen zijn
dat je dit niet kunt verwerken
voor altijd eenzaam
maar
nooit meer alleen.
—
Ik zweer bij het stuk in mijn kraag
dat ik mijn verlangens met argwaan bekijken
en de eerbaarheid bewaken zal
ook al siert het me dat ik
– en dat is onterecht gebleken –
me zorgen maakte
desalnietemin
zal ik mijn ogen in een zakje stoppen;
– ik kijk ook veel te hongerig –
Liever doe ik mezelf geweld aan
het is de plicht van elke gelovige, het leven
en het ware geloof te
beschermen
Ik zal ervoor vechten
voeg het bij mijn boete
want het is geweten en
de Kwade Wil; Hij
laat niet gauw los
Zwart satijn en zomaar
op handen en voeten als
een ridder van de moraal
want de nacht raakt alle mensen
Ik zal zaaien en oogsten
spreken zoals mij geleerd is
de angst eruit gegeseld
ga ik wederom
met de billen bloot.
—
Wat graaft er in mijn genoegen
om de wezenlijkheid ervan uit te putten
en mijn Geliefde te schaden?
Ben ik mij slechts ten dele bewust
van hetgeen in mij uitreikt naar
vage vermoedens van wat mij
zogenaamd
niet gegund wordt
Wil ik dan
een recht laten gelden op
wat mij niet toekomt?
Wil ik mij wapenen
tegen dit onbevredigbare
duister?
Hij was maar een Joker
een clown van spelenderwijs
achter zijn leugens was zelfs geen
halve waarheid; enkel zwart
en niets
Deze of een andere droom
daar is de mij Welbekende
die roes zal me geen
goed doen
Voor mij
bewees hij alleen
de dood in het leven
van zovelen
Heb ik
de waarheid daarvoor
niet veel te lief?
—-
Behoed mij toch
voor waanzin die geen pas heeft
de slechte vruchten van de kwalijke boom
een groteske
zoals de geest die in de modder vaart
Blind als ik was en nog steeds ben
wat voor geheime leer zult Gij mij
heden inblazen?
Had ik geslapen en zo duidelijk
gedroomd; deze blokken verschoven
en mijn schimmen geteld?
Een mens heb ik geslagen
en daarbij gedood
Waar het vuur van binnen brandt
zijn mijn ogen en de beelden
inmiddels uitgedoofd en ingeslikt
Hier zag ik de wolk en haar
emanatie
het licht waarin ik de dingen zie
en waarin ik wandel
Tweespraak
bij wijze van verzoening
Ik maak werkelijk
wat de stilte
mij verhaalt
—-
Deze dag ontvouwt
zich als een roos tegen het licht
hier proef ik de deelbare God en
ken ik jou als mijn eigen binnenkant
ook al delen we slechts
een vluchtig moment
in tegengestelde richting
In vier strofes
beschrijf ik een gedachte
om even de pijn te laten,
dat weet ik zeker,
die wij allebei kennen
jij als een ander
ik
Een waarheid wil ik delen
die eigenlijk geen kennis is
maar een gevoel
Want
als de dag weer begint
pluk ik mezelf uit de droom
om deze waar te maken
door iemand als jij
te ontmoeten.
—-
Geen meester van dingen
geen koning in mijn eigen rijk
de dochter van de natuur als
moeder van de gedachte
liet ik in het voorbijgaan
alleen en onaangeraakt
achter
Ik eet kennis
zonder gevoel voor
werkelijkheid en
mag bidden,
mediteren
Monster-mens
God als machine
in taal ben ik
gevat
Angst
voor mijn
schaduw
Het dier
onbekend